.
            Oostkapelle
            
            DE DAG DES HEEREN
            
            Geen land op aarde, waar een
            zo onaantastbare Zondagsheiliging bestaat als op
            Walcheren. 
            De Lange Jan van
            Middelburg zet de dag des Heeren in met een zwaar en
            sonoor geluid, dat breekt door de kristallen
            ochtendstilte van de zomerdag.
            
            En of zij worden aangedaan door de machtige stem van
            den metalen voorzanger, zo beginnen ook de andere
            klokken te zingen, één voor één; 
            het geluid wordt overgereikt van de ene toren naar de
            andere, 
            en er komt langzamerhand zulk een deinend gebeier
            over het gehele land, dat het niet anders kàn, of
            allerwegen ontwaken de boeren en bazinnen in al de
            boerenhoeven, die met haar kleine vensters staan te
            glinsteren in het licht. 
            Er is dan een stil
            en plechtig geruis in de kleine huizen, als men zich
            hult in stemmige, zwarte kledijen en de Moeder en al
            de dochterkens zich tooien met hagelwitte kappen. 
            En
            daarna komt er een roerloze aandacht in de kleine
            behuizing, wanneer de devotie van de morgen aanvangt.
            In de Voorkamers, waar koele
            schaduw toeft doordat er de vensteren zijn omloofd,
            vindt ge ze bijeen rondom de smetteloze ochtend-dis,
            de boer en de bazin, met al de zonen en dochteren. 
            Boven de zwarte pakken der mannen komen de strakke
            gezichten wit uit in het schemerig licht, en de ranke
            hoofden der kleine boerinnetjes met de geloken ogen
            en de fijne, rode lippen als bloeme-bladen, zijn
            neergebogen binnen de zedig-omsluitende witte huiven.
             Het is als
            een droom, die uit de nacht der eeuwen naar voren
            kwam, en leven kreeg in deze zomer-zondag-morgen,
             in het
            samenbidden herleeft het beeld der primitieve
            schilderijen met de apostelen en kindvrouwen, die
            voor het Heilige zijn neergeknield.
            
            Aanbidding van Het
            Lam Gods  
            Gebroeders Van Eijck (15e eeuw) 
            (fragment) 
            St. Baaf Gent
            Als er gesproken wordt, is
            het de stem van den Vader, die leest met monotone
            klank:
            "
dat God
            den zevenden dag heeft gezegend en dien geheiligd,
            omdat Hij op denzelven gerust heeft van al zijn werk,
            hetwelk God geschapen had om te volmaken..."
            
             en gene
            anderen geluiden storen, dan het gezoem van een
            hommel, die aan komt zweven vanuit de zon-door-schenen
            wereld, en daarna langs het open venster haar reis
            weer vervolgt
            Later ziet men de gehele
            familie tijgen over de kleine paden, één langzaam
            schrijdende processie van donkere
 én
            blank-omhuifde figuren. 
            Zij
            dragen de grote kerkboeken voor zich uit, eerbiedig
            zoals men reliquieën draagt,
        
        
            
            en ze schrijden
            voort langs de velden, vol van zachtgele bloemen, die
            dansen in de ochtendwind.
            
            En heel de Zondag is er een
            zacht gebrom van orgelen in de kleine eeuwenoude
            kerken,
            
             Psalm 3
 Psalm 3 
            en 
            achter de groene
            luiken der kleine eenvoudige huizen...
            
            Terwijl
            buiten de lichtere muziek ruist van wuivende halmen,
            waar de wereld met felle kleuren staat te gloeien in
            de zon
            
            .
            
            