Terug naar
Inhoud

Schelpen op het Strand

 

Zoeken na
stevige aanlandige wind
langs de
vloedlijn.

Bij aflandige wind
wordt door de onderstroom
veel bodemmateriaal aangevoerd
en afgezet langs de
laagwaterlijn.

 

Alikruikjes

Boormossel

Ruwe boormossel

Schaalhoren of Napslak

Gedoornde hartschelp
(18 ribbels)

Grote Strandschelp

Japanse Oester

Geërodeerd restant van Japanse Oester

Kokkels

 

1 = Oorkwal
2= Blauwe Haarkwal
3=Zeedruif
4 = Kompaskwal

De meeste kwallen op de stranden van Walcheren
zijn voor de mens niet echt gevaarlijk.
Hoewel, de tentakels zijn bezet met netelcellen.
Daarin bevindt zich een vergif, dat door de kwal gebruikt wordt om
prooien, zoals kleine vissen en andere waterdieren, te verlammen.   Zwemmers  ervaren echter soms het gevoel
alsof ze brandnetels hebben aangeraakt
Het lichaam van een kwal bestaat voor meer dan 95 procent uit water
en van een kwal die een paar uur op het droge heeft gelegen,
is danook vrijwel niets meer over.

5 = Gele Haarkwal
6= Zeepaddestoel ('Bloemkoolkwal')
7= Blauwe Haarkwal

Voorjaar

De Oorkwal  wordt zo genoemd om de vier hoefijzervormige
vlekken op het midden van de schijf.
Het zijn de maaglobben van het dier.
De oorkwal is zeer algemeen, met name in het voorjaar,
maar is volstrekt onschuldig omdat hij bij mensen
vrijwel nooit irritatie veroorzaakt.

De Blauwe Haarkwal
(de eerste kleintjes verschijnen begin juni)
en de Kompaskwal
treft men aan in de zomer en nazomer .
invasiegewijs, bij oostenwind.
Zij kunnen wel vervelend zijn
.
De kompaskwal dankt zijn naam aan
de zestien roodbruine v-vormige streepjes op zijn schijf.
Hij voedt zich met andere kwallen en met kleine visjes.

De Blauwe Haarkwal
heeft veel lange dunne tentakels en kan 's zomers
het zwemplezier behoorlijk vergallen.
"Een nare kwal" dus.

blauwe haarkwal

De Kompaskwal
met vier tentakels (van een meter lengte)
treft men vaak pas in de nazomer op het strand aan..

Zeedruiven
Soms vind je op het strand  aangespoelde
doorzichtige geleiachtige bolletjes
niet groter dan een flinke knikker : ribkwalletjes.
(Ze hebben acht strepen, 'ribben', over hun lichaam.)
Zij bezitten echter geen netelcellen (en zijn dus geen echte neteldieren).

Mesheft

Mossel

Nonnetjes

Sepia
(poreuze inwendige skelet van de zeekat)

Stevige Strandschelp

Strandgaper

Tere Platschelp

Venusschelp

Wenteltrap

Zaagje

Zeeboon

Zeepokken

Zeeuwse Platte Oester
(is opvallend dun...)

Zeeuwse Platte Oesters

 

Blaaswier
groeit op stenen en op mosselbanken
tot op 5 meter diepte.

Sommigen verzamelen alleen

Nonnetjes, in allerlei kleuren...

Of alleen Zaagjes ("muizetandjes") in alle soorten en maten...
(maar dan wel langs de laagwaterlijn.)

of... Kokkels !

 

Of zeeboontjes...

 

Ei van rog + bol eitjes van wulk

Wulk

Eindelijk een goede schelpengids gevonden voor de Nederlandse stranden:

Bruyne, R.H. de , Veldgids Schelpen, KNNV Uitgeverij / JBU, Utrecht 2004 ...... Aanbevolen !
ISBN: 90 5011 140 8 (€ 24,95)

Verder:

Michael Lohmann, De complete gids voor: Planten en dieren van de kust. Aartselaar, België, 2004

Juni 2005: gevonden hier op het strand bij strandopgang "Zonneveld" langs de laagwaterlijn:

een fraaie fossiele haaietand
(Piet van der Klis)

Soms strandt ook hier een (ziek) zeehondje...
Eerste hulp bij zeezoogdieren in Zeeland

Bronvermelding / Source: colofon

Terug naar
Inhoud

.

.

.