Destijds hadden
de Romeinen al een nederzetting op de
strandwal
die hier toen nog enige kilometers
voor de kust lag... Daarover spraken we eerder.
Maar ook uit de 6e eeuw heeft men in onze
onmiddellijke omgeving bewoningsresten aangetroffen, namelijk
op de voormalige kreekrug, die eens
voor Westhove heeft gelegen. Op het kaartje van 1660
werden de Verdronken Woninge der oude
Gotthen nog aangegeven, en heel lang kon
men bij eb op het strand richting Oostkapelle nog tal
van grafresten aanschouwen. Gevonden
munten (gedateerd 500-877) en aangetroffen
sieraden wezen op een welvarende bevolking, destijds
hier geconcentreerd op een klein gebied.
De grens van het Oude-Land
rond Oostkapelle vindt men nu nog terug o.a.
in de Duinweg en de Noordweg. Verder zeewaarts lagen
daar destijds alleen maar uitgestrekte schorren.
Hoewel dijken aanvankelijk uitsluitend een defensieve
betekenis hadden, ging men er toch ook ginds toe
over om door dijkaanleg nieuw land te winnen: al rond
1300 werd de Vrouwenpolder bedijkt. (Pas in 1618 werd
ook de schor, toebehorend aan het Oranjehuis,
toegevoegd: Oranjepolder.)
De kustafslag en het landinwaarts
schrijden van de duinen op Walcheren was echter zeer sterk,
en talrijk waren danook de berichten die
melding maakten van landverlies door
overstuiving. (Plaatselijk werden hiertegen 'mantelingen',
schutbossen, aangelegd.)
Beperken we ons tot het gebied Domburg-Oostkapelle.
Op de kaart van 1644 valt nog duidelijk
de omvangrijke breedte van de
duinenrij voor Domburg op.
Op de kaart van 1750 echter
ziet men hoe duinafslag had plaatsgevonden,
ondanks de zes stakethoofden (staket = paalwerk).
De duinvoet lag toen 750 m van de
toren van Domburg af. In 1816 was dat echter nog
slechts 500 m. In 65 jaar tijds ging dus bij Domburg
250 meter aan duinen verloren
En in 1852 was de zee het stadje nog
dichter genaderd. Momenteel stellen de duinen bij
Domburg niet zo veel meer voor en zijn nog
nauwelijks op Delta-hoogte. (Op 3 Januari
2003 meldde het NOS Journaal: "De kust bij
Domburg is zwakker dan werd aangenomen; er is kans
dat de duinenrij bij Domburg niet bestand is tegen
extreem hoogwater bij zware noordwester storm. Dit
blijkt uit studies van een adviescommissie van het
Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Het
Waterloopkundig Laboratorium is ingeschakeld
voor nader onderzoek...")
Ook de afname van het
strand en de duinen bij Oostkapelle ging
verontrustende vormen aannemen: alleen al gedurende
1900 1950 bedroeg de afbraak over
een afstand van 2 km gemiddeld 200 m. Met zestien
nieuwe paalhoofden trachtte men ook
hier kustafslag tegen te gaan.
Door historische kaarten *) van
ca. 1680 te vergelijken met die van 1892 blijkt
gedurende die periode bij Zoutelande een totale kustafslag
van 450 m, bij Westkapelle 230 m, bij Domburg 850 m
en bij Oostkapelle 570 m.
*) M.P.de Bruin, De kust van
Walcheren. Z.j.
Daarentegen namen de duinen
bij Oranjezon sterk in
omvang toe (!)
Om deze kustdynamiek goed
te kunnen begrijpen richte men nu de aandacht
op de zee.
Stroomrichting van
de vloedstroom
Het dubbeldaagse getijverloop wordt (ook) in de
Noordzee sterk beïnvloed door de werking van de
aardrotatie. ('Op het noordelijk halfrond ondervinden
alle bewegingen een afwijking naar rechts.') Vanwege
deze afwijking naar rechts ten
opzichte van de stroomrichting, loopt het hoogwater (de
vloedstroom dus) rondom een draaipunt P heen,
tegen de wijzers van de klok in (zie figuur) door de
Noordzee.
Daarbij worden dicht langs de kust snelheden
van 1 tot 1,5 m per seconde (3,6 tot 5,4 km per uur) bereikt,
en vindt er dus tussen Westkapelle en Breezand
zandtransport plaats in noordoostelijke richting. Zandsuppleties
bij Domburg zullen dus zo uiteindelijk bij
de Banjaard terecht kunnen komen. Aldus kon na
de sluiting van het Veerse gat, het prachtige weidse
strand met duinvorming tegen de Veersegatdam door
sedimentatie zeer snel ontstaan.
Echter, daar waar kust-erosie plaatsvindt
zijn ingrijpende beschermende maatregelen
noodzakelijk.
In 1990 werd door regering en parlement bepaald dat
de 'Nederlandse kustlijn van 1990 'zal worden 'vastgelegd'.
Deze 'basiskustlijn' zal dynamisch worden
gehandhaafd d.m.v. zandsuppleties, en hier op
Walcheren ook nog met de om de 200 meter (versterkte)
open paalhoofden, ('golfbrekers').
Deze paalhoofden moeten vooral de kust-eroderende
werking van de getijdestroom trachten af
te zwakken, anders zou de duinafslag hier ter plaatse opnieuw
4 meter per jaar bedragen, en zou over 75 jaar de
zee dus ook ons Parc Zonnehove hebben
bereikt...
(De term 'golfbreker' geeft overigens
minder juist de functie van het paalhoofd aan.)
Begrippen:
1) Een strandhoofd wordt gevormd
enkel door een stenen dam in het
zand (bij Oostkapelle ligt er een).
2) Een paalscherm is een paalrij,
doch zonder stenen
berm.
3) Een paalhoofd bestaat uit een strandhoofd
plus twee paalschermen, vaak ook nog
met kopbestorting.
(Alle drie vormen treft men hier dus aan, tussen
Domburg en Oostkapelle.)
De paalhoofden, misschien soms hinderlijk bij
uw strandwandelingen, verdienen dus toch wel
degelijk respect en waardering. De vaak
meer dan 700 palen van een
paalhoofd hebben lengtes van 3,50, 4,00 en 4,50
meter en meer, met een doorsnede van ongeveer 20
cm. Ze zijn van europees eikenhout (hoewel
er ook met andere houtsoorten is geëxperimenteerd). Deze
stevige houtsoort behoudt minstens15 tot 25 jaar
zijn goede eigenschappen. Mogelijk zijn echter
in de toekomst kunststof paalhoofden in aantocht.
Deze worden vervaardigd uit 100% gerecycled
kunststof, met hoog soortelijk gewicht, ontworpen
voor de kust, als alternatief voor de houten
paalhoofden. Deze nieuwe palen zijn
verkrijgbaar vanaf 1 m tot en met 12 m lengte (bij
Westkapelle en Vlissingen zijn zelfs palen van 14
m nodig!), met doorsneden van 250 mm
en 300 mm. De gewichten kunnen dan oplopen tot
circa 670 kilogram per paal. Deze nieuwe paalhoofden
zouden van een afstand nauwelijks te onderscheiden
zijn van de houten paalhoofden. Uit proeven
is gebleken dat de fauna zich uitsluitend aan de
oppervlakte van deze paalhoofden hecht. Deze
paalhoofden kunnen machinaal geplaatst worden, ook
vanaf een schip of vanaf een drijvend ponton.
(Totaal telt men in Zeeland circa 200 paalhoofden.)
.
Prov. Zeeuwse Courant 6
april 2005:
Strekdammen i.p.v.
paalhoofden.
"De paalhoofden
worden zwaar aangevallen door de sterke stroming bij
de dijk van Westkapelle en de boulevard van
Vlissingen. Dat stelt bijzondere eisen aan de nieuwe
constructie. Daarom wordt gekozen voor strekdammen
van breuksteen. Op de koppen van de dammen komen
stenen van drie tot zes ton. Het aanleggen van de
stenen strekdammen kost 5,4 miljoen euro. De
vervanging van houten paalhoofden door stenen
strekdammen blijft beperkt tot de gekoppelde
paalhoofden bij Westkapelle en Vlissingen. Alle
andere paalhoofden langs de kusten van Walcheren en
Schouwen-Duiveland blijven gehandhaafd."
Prov. Zeeuwse Courant 16
november 2005:
"De
Gedeputeerde Staten hebben op 15 november 2005
besloten om de Zeeuwse paalhoofden
op de lijst van Cultureel Erfgoed
te plaatsen. Dit type golfbrekers is alleen in
Zeeland te vinden. Om te voorkomen dat ze verdwijnen
hebben ze nu van de Provincie Zeeland een beschermde
status gekregen."
Het waterschap moet
regelmatig de paalhoofden laten vernieuwen
Wij mogen hier,
samen met de paalhoofden...
alle seizoenen van zeer nabij beleven...
en ons bestaan, onder zon, maan en sterren...
zelfs kosmisch ervaren...
Kunstenares
Germaine Keunen
De zee, de zee klotst voort in
eindeloze deining
De zee, waarin mijn ziel zichzelf weerspiegeld
ziet...
(W. Kloos)
Paalhoofden (naschrift)
Onlangs
liet iemand me een interessant en waardevol
boekje uit 1871 inzien: H.H. Kesteloo,
Wandelingen door de Smalstad Domburg.
Na het plaatsen
der zware paalhoofden te Domburg namen de
duinen gedurende 1773-1805 toch nog met ruim
1 meter per jaar af. De hoofden kostten
gemiddeld 24.000 gulden per jaar aan onderhoud, en
in één jaar zelfs 98.000 gulden (en dat was
destijds heel veel geld), terwijl 'dat zij altijd nog
zwak en weinig geschikt tot resistentie waren'. Door
de hoogte der hoofden had het zeewater geen vrije
loop meer, en werd het zelfs naar de duinen
toe opgestuwd, waardoor deze nog meer te lijden
hadden. Door het inkorten van de palen in
1808 verkreeg men wel enige
verbetering, doch: 'eindelijk zijn ze geheel
opgeruimd en door zoogenaamde bermen, van rijshout,
met steenen beladen welke de verschuring van het
strand moeten voorkomen, vervangen.' Desondanks
verloor het Badpaviljoen dat in 1837 werd gebouwd 4/5
deel van zijn grondgebied in 35 jaar tijds...
In 1647 deed men de
eerste ontdekking van de bekende Nehalennia-oudheden
op het strand van Domburg. (Zie de bekende tekening
van Hendrick van Schuijlenburgh.) In 1684, en in 1705-1706
'was de gehele vloer des tempels te zien'. 'Verder
kwam in 1687 na de nieuwejaarsnacht storm, beoosten
Domburg op het strand ene begraafplaats bloot en werd
deze in 1817 andermaal zigtbaar', zo ook achter het
kasteel Westhove en achter de buitenplaats
Duinvliet.
Over de godin Nehalennia
is veel geschreven. (P. Stuart, Nehalennia,
Documenten in Steen. Uitg. De Koperen Tuin Goes 2003).
Op de boulevard in Domburg kijkt zij, in brons, uit
over de zee... en in Colijnsplaat staat inmiddels een
fraaie replica van één van haar tempels..
Piet
van der Klis
.