Terug naar
Inhoud

Paalhoofden

.

Over de Paalhoofden en Kustveranderingen
(Domburg-Oostkapelle)

Piet van der Klis (2003/2012)

Vakantievraag: "Waarom in Zeeland paalhoofden en geen strekdammen?"
Antwoord: Achter een strekdam (zie rivierkrib) ontstaat een neer (tegenstroom, kolk) die de oever zeer sterk aantast.
Halfopen paalhoofden remmen een stroming alleen af en wel zonder dit euvel.
(In Zeeland zijn de hoogteverschillen tussen eb en vloed groter dan elders in Nederland: tot 4 meter! Gevolg: een sterke getijdestroom langs de kust.)

Destijds hadden de  Romeinen al een nederzetting op de strandwal
die hier toen nog enige kilometers voor de kust lag... Daarover spraken we eerder.
Maar ook uit de 6e eeuw heeft men in onze onmiddellijke omgeving bewoningsresten aangetroffen, namelijk op de voormalige kreekrug, die eens voor Westhove heeft gelegen. Op het kaartje van 1660 werden de ‘Verdronken Woninge der oude Gotthen’ nog aangegeven, en heel lang kon men bij eb op het strand richting Oostkapelle nog tal van grafresten aanschouwen.  Gevonden munten (gedateerd 500-877)  en aangetroffen sieraden wezen op een welvarende bevolking, destijds hier geconcentreerd op een klein gebied. 

De grens van het Oude-Land rond Oostkapelle vindt men nu nog terug o.a. in de Duinweg en de Noordweg. Verder zeewaarts lagen daar destijds alleen maar  uitgestrekte schorren. Hoewel dijken aanvankelijk uitsluitend een defensieve betekenis hadden, ging men er toch ook ginds toe over om door dijkaanleg nieuw land te winnen: al rond 1300 werd de Vrouwenpolder bedijkt. (Pas in 1618 werd ook de schor, toebehorend aan het Oranjehuis, toegevoegd: ‘Oranjepolder’.)
De kustafslag en het landinwaarts schrijden van de duinen op Walcheren was echter zeer sterk, en talrijk waren danook de berichten die melding maakten van landverlies door  overstuiving.  (Plaatselijk werden hiertegen 'mantelingen',  schutbossen,  aangelegd.)
Beperken we ons tot het gebied Domburg-Oostkapelle.

Op de kaart van 1644 valt nog duidelijk de omvangrijke breedte van de duinenrij voor Domburg op.

Op de kaart van 1750 echter ziet men hoe duinafslag had plaatsgevonden, ondanks de zes stakethoofden (staket = paalwerk).

De duinvoet lag toen 750 m van de toren van Domburg af. In 1816 was dat echter nog slechts 500 m. In 65 jaar tijds ging dus bij Domburg 250 meter aan duinen   verloren…   En in 1852 was de zee het stadje nog dichter genaderd. Momenteel stellen de duinen bij Domburg niet zo veel meer voor en zijn nog nauwelijks op Delta-hoogte. (Op  3 Januari 2003 meldde het NOS Journaal: "De kust bij Domburg is zwakker dan werd aangenomen; er is kans dat de duinenrij bij Domburg niet bestand is tegen extreem hoogwater bij zware noordwester storm. Dit blijkt uit studies van een adviescommissie van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Het Waterloopkundig Laboratorium is ingeschakeld voor nader onderzoek...")

Ook de afname van het strand en de duinen bij Oostkapelle ging verontrustende vormen aannemen: alleen al gedurende 1900 – 1950 bedroeg de afbraak over een afstand van 2 km gemiddeld 200 m. Met zestien nieuwe paalhoofden trachtte men ook hier kustafslag tegen te gaan.
Door historische kaarten *) van ca. 1680 te vergelijken met die van 1892 blijkt gedurende die periode bij Zoutelande een totale kustafslag van 450 m, bij Westkapelle 230 m, bij Domburg 850 m en bij Oostkapelle 570 m.

*) M.P.de Bruin, De kust van Walcheren. Z.j.

Daarentegen namen de duinen bij Oranjezon sterk in omvang toe (!)

Om deze kustdynamiek goed te kunnen begrijpen  richte men nu de aandacht  op de zee.

Stroomrichting van de vloedstroom

Het dubbeldaagse getijverloop wordt (ook) in de Noordzee sterk beïnvloed door de werking van de aardrotatie. ('Op het noordelijk halfrond ondervinden alle bewegingen een afwijking naar rechts.') Vanwege deze afwijking naar rechts  ten opzichte van de stroomrichting, loopt het hoogwater (de vloedstroom dus) rondom een draaipunt P heen, tegen de wijzers van de klok in (zie figuur) door de Noordzee.
Daarbij worden dicht langs de kust snelheden van 1 tot 1,5 m per seconde (3,6 tot 5,4 km per uur) bereikt, en vindt er dus tussen Westkapelle en Breezand  zandtransport plaats in noordoostelijke richting. Zandsuppleties bij Domburg zullen dus zo uiteindelijk  bij de Banjaard terecht kunnen komen. Aldus kon na de sluiting van het Veerse gat, het  prachtige weidse strand met duinvorming  tegen de Veersegatdam door sedimentatie zeer snel ontstaan. Echter, daar waar kust-erosie plaatsvindt zijn ingrijpende beschermende maatregelen noodzakelijk.
In 1990 werd door regering en parlement bepaald dat de 'Nederlandse kustlijn van 1990 'zal worden 'vastgelegd'. Deze 'basiskustlijn' zal dynamisch worden gehandhaafd d.m.v. zandsuppleties, en hier op Walcheren ook nog met de om de 200 meter (versterkte) open paalhoofden, ('golfbrekers'). Deze paalhoofden moeten vooral de kust-eroderende werking van de getijdestroom  trachten af te zwakken, anders zou de duinafslag hier ter plaatse opnieuw 4 meter per jaar bedragen, en zou over 75 jaar de zee dus ook ons Parc Zonnehove hebben bereikt...
(De term 'golfbreker' geeft overigens minder juist de functie van het paalhoofd aan.)

Begrippen:

1) Een strandhoofd wordt gevormd enkel door een stenen dam in het zand (bij Oostkapelle ligt er een).
2) Een paalscherm is een paalrij, doch zonder stenen berm.
3) Een paalhoofd bestaat uit een strandhoofd plus twee paalschermen, vaak ook nog met kopbestorting.

(Alle drie vormen treft men hier dus aan, tussen Domburg en Oostkapelle.)

De paalhoofden, misschien soms hinderlijk bij uw strandwandelingen, verdienen dus toch wel degelijk  respect en waardering.  De vaak meer dan 700 palen van een paalhoofd hebben lengtes van 3,50, 4,00 en 4,50 meter en meer, met een doorsnede van ongeveer 20 cm. Ze zijn van europees eikenhout (hoewel er ook met andere houtsoorten is geëxperimenteerd).  Deze stevige houtsoort behoudt minstens15 tot 25 jaar zijn goede eigenschappen. Mogelijk zijn echter in de toekomst kunststof paalhoofden in aantocht. Deze worden vervaardigd uit 100% gerecycled kunststof, met hoog soortelijk gewicht, ontworpen voor de kust, als alternatief voor de houten paalhoofden. Deze nieuwe palen  zijn verkrijgbaar vanaf 1 m tot en met 12 m lengte (bij Westkapelle en Vlissingen zijn zelfs palen van 14 m nodig!), met  doorsneden van 250 mm en 300 mm. De gewichten kunnen dan oplopen tot circa 670 kilogram per paal. Deze nieuwe paalhoofden zouden van een afstand nauwelijks te onderscheiden zijn van de houten paalhoofden. Uit proeven is gebleken dat de fauna zich uitsluitend aan de oppervlakte van deze paalhoofden hecht. Deze paalhoofden kunnen machinaal geplaatst worden, ook vanaf een schip of vanaf een drijvend ponton.
(Totaal telt men in Zeeland circa 200 paalhoofden.)

.

Prov. Zeeuwse Courant 6 april 2005:

Strekdammen i.p.v. paalhoofden.

"De paalhoofden worden zwaar aangevallen door de sterke stroming bij de dijk van Westkapelle en de boulevard van Vlissingen. Dat stelt bijzondere eisen aan de nieuwe constructie. Daarom wordt gekozen voor strekdammen van breuksteen. Op de koppen van de dammen komen stenen van drie tot zes ton. Het aanleggen van de stenen strekdammen kost 5,4 miljoen euro. De vervanging van houten paalhoofden door stenen strekdammen blijft beperkt tot de gekoppelde paalhoofden bij Westkapelle en Vlissingen. Alle andere paalhoofden langs de kusten van Walcheren en Schouwen-Duiveland blijven gehandhaafd."

Prov. Zeeuwse Courant 16 november 2005:

"De Gedeputeerde Staten hebben op 15 november 2005 besloten om de Zeeuwse paalhoofden op de lijst van Cultureel Erfgoed te plaatsen. Dit type golfbrekers is alleen in Zeeland te vinden. Om te voorkomen dat ze verdwijnen hebben ze nu van de Provincie Zeeland een beschermde status gekregen."

Het waterschap moet regelmatig de paalhoofden laten vernieuwen

Nieuwe palen

Wij mogen hier, samen met de paalhoofden...
 alle seizoenen van zeer nabij beleven...
en ons bestaan, onder zon, maan en sterren... 
zelfs kosmisch ervaren... 

Kunstenares Germaine Keunen

De zee, de zee klotst voort in eindeloze deining
De zee, waarin mijn ziel zichzelf weerspiegeld ziet...
(W. Kloos)   

 

 Paalhoofden (naschrift)

Onlangs liet iemand me een interessant en waardevol boekje uit 1871 inzien: H.H. Kesteloo, Wandelingen door de Smalstad Domburg.

Na het plaatsen der zware paalhoofden te Domburg  namen de duinen gedurende 1773-1805 toch nog met ruim 1 meter per jaar af. De hoofden  kostten gemiddeld 24.000 gulden per jaar aan onderhoud, en  in één jaar zelfs 98.000 gulden (en dat was destijds heel veel geld), terwijl 'dat zij altijd nog zwak en weinig geschikt tot resistentie waren'. Door de hoogte der hoofden had het zeewater geen vrije loop meer, en werd het zelfs naar de duinen toe opgestuwd, waardoor deze nog meer te lijden hadden. Door het inkorten van de palen in 1808  verkreeg men wel enige verbetering, doch: 'eindelijk zijn ze geheel opgeruimd en door zoogenaamde bermen, van rijshout, met steenen beladen welke de verschuring van het strand moeten voorkomen, vervangen.' Desondanks verloor het Badpaviljoen dat in 1837 werd gebouwd 4/5 deel van zijn grondgebied in 35 jaar tijds...

In 1647 deed men de eerste ontdekking van de bekende Nehalennia-oudheden op het strand van Domburg. (Zie de bekende tekening van Hendrick van Schuijlenburgh.) In 1684, en in 1705-1706 'was de gehele vloer des tempels te zien'. 'Verder kwam in 1687 na de nieuwejaarsnacht storm, beoosten Domburg op het strand ene begraafplaats bloot en werd deze in 1817 andermaal zigtbaar', zo ook achter het kasteel  Westhove en achter de buitenplaats Duinvliet.  

  Over de godin Nehalennia is veel geschreven. (P. Stuart, Nehalennia, Documenten in Steen. Uitg. De Koperen Tuin Goes 2003). Op de boulevard in Domburg kijkt zij, in brons, uit over de zee... en in Colijnsplaat staat inmiddels een fraaie replica van één van haar tempels..

Piet van der Klis

.

Bronvermelding / Source: colofon

Terug naar
Inhoud

.

.

.